Met nog een paar dagen te gaan voordat mijn korte verblijf van twee weken in Japan ten einde komt, kijk ik terug op dit langverwachte avontuur. Over het algemeen heeft Japan grotendeels aan mijn verwachtingen voldaan, wat een opluchting is, want het had ook anders kunnen uitpakken. Als reiziger is het een uitdaging om zo voordelig mogelijk te reizen, wat nieuwe manieren van reizen mogelijk maakt, zij het niet altijd de snelste of meest comfortabele. Toch, met voldoende tijd, maakt dat allemaal niet uit.
Mijn reis begon met de veerboot vanuit Busan naar Japan, een reis van slechts 7 uur waarop ik aan boord sliep. Tijdens deze overtocht leerde ik wat Koreanen kennen en deelden we eten en drank (voornamelijk sterke drank). Koreanen bleken erg toegankelijke mensen te zijn, spontaan en bereid om te communiceren, zelfs als ze niet vloeiend Engels spraken.
Japanners
In Japan merkte ik al snel een verschil in benadering. Japanners deden me denken aan Duitsers: formeel, hiërarchisch, erg op zichzelf, en zeer dienstbaar naar klanten of andere gesprekspartners. Altijd met een buiging als teken van respect naar anderen toe. Bijvoorbeeld, taxichauffeurs behandelen je als een VIP, openen de deur voor je en nemen beleefd je bagage aan, keurig gekleed met pet en handschoenen. Japanners hechten sterk aan protocollen; perfectie wordt nagestreefd, ongeacht de functie die je bekleden mag, of het nu conducteur is of vuilnisman.
Fukuoka / Hakata
Mijn eerste dag in Japan bracht ik door in Fukuoka, ook wel bekend als Hakata. De overgang van Korea naar Japan voelde als een stap naar een totaal andere wereld. Alles was schoon, geordend, en bekend om winkelen en eten, hoewel ik zelf geen fervente shopper ben, liet ik me graag verrassen door de Japanse keuken, voornamelijk bestaande uit vlees en vis. Wat doe je dan? Sushi of Kimchi eten natuurlijk. De eerste dagen in Hakata dienden om te wennen en enkele zaken te regelen, zoals een weekkaart voor de trein en een Japans telefoonnummer. Alles gebeurt hier laat; de winkels openen laat, hostels laten je laat inchecken, maar sluiten ook laat.
Hiroshima
Mijn volgende halte was Hiroshima. Het treinsysteem is ongelooflijk efficiënt, met de Shinkansen, de hogesnelheidstrein die elke 5 tot 10 minuten vertrekt vanuit Tokio. Binnen korte tijd doorkruis je het hele land. Het goed georganiseerde treinnetwerk zorgt ervoor dat er veel minder binnenlands vliegverkeer is. Hier kunnen andere landen een voorbeeld aan nemen. Hiroshima, de stad waar de eerste atoombom viel, ademt die geschiedenis. Zoals Rotterdam na de oorlog, hebben ze hier de ruimte opnieuw ingedeeld en de stad herbouwd. Wegen zijn breder, alles is ruimer opgezet. Het is indrukwekkend; het vredespark laat meteen voelen dat hier iets ernstigs is gebeurd. De Atomic Dome is een herdenkingsgebouw, het enige dat de explosie heeft doorstaan omdat de bom er direct boven ontplofte. Het museum en andere herdenkingsgebouwen vertellen heftige verhalen over persoonlijk leed door straling en de mentale impact op de Japanners. Toch viel het me op dat de tentoonstellingen meer ingaan op de bom en de gevolgen ervan, en minder op de redenen voor het gebruik ervan, ofwel de verantwoordelijkheid die daaraan verbonden is.
Osaka
Vanuit Hiroshima reisde ik naar Osaka, een stad met meer dan 2 miljoen inwoners. Het heeft niet zoveel historische gebouwen, afgezien van het gerenoveerde kasteel van Osaka, maar het staat bekend om zijn levendigheid en expressiviteit. De kunst-, design- en muziekscene is hier prachtig; er zijn veel musea en natuurlijk mag je Dotonbori niet missen. Het draait hier vooral om eten, en ik zou iedereen aanraden een culinaire tour te maken; daar staat Osaka om bekend. Wist je trouwens dat Osaka de enige plek in Japan is waar mensen rechts op de roltrap staan in plaats van links (ze rijden hier trouwens ook links).
Kyoto
Vanuit Osaka was het slechts 15 minuten met de hogesnelheidstrein naar Kyoto. Een prachtige stad waar een paar dagen niet genoeg zijn. Kyoto, ooit de hoofdstad, is de enige stad die niet werd gebombardeerd tijdens de Tweede Wereldoorlog vanwege haar historische waarde. Hier vind je paleizen, kastelen, huizen, tempels, pagodes, altaren, grachten en pelgrimsroutes, allemaal daterend vanaf de 9e tot de 17e eeuw. Het meest iconische en populaire is Fushimi Inari Taisha, een tempel aan de voet van een heuvel met een pad van oranje Torii, houten bogen of poorten, dat je vaak op ansichtkaarten van Kyoto ziet. Het kan er druk zijn, maar naarmate je hoger klimt, zie je steeds minder mensen die allemaal alleen maar selfies willen maken en dan weer naar beneden gaan. Ik wilde echter het hele pad volgen.
Judo in Japan
In Kyoto, en ook tijdens mijn dag in Nara en Tenri, zocht ik naar een plek om judo te beoefenen, een sport die ik al meer dan 30 jaar beoefen. Het leek me leuk om een training bij te wonen, het liefst bij een kleine judoclub. Kodokan in Tokio leek me te hoog gegrepen qua niveau. Het was leuk om een uur training mee te maken, hoewel ik de eerste dag niet kon meedoen omdat ik geen judopak bij me had. Maar de volgende dag kon ik terugkomen om er een te lenen. Het viel me op dat er veel meer etiquette en traditie aan judo verbonden is, vooral het respect naar overledenen, de cluboprichter en uiteraard Jigoro Kano, de grondlegger van judo. Iedereen, inclusief gasten en ouders die kwamen kijken, knielde en groette. Na de training veegden de judoka’s zelfs de matten schoon.
Nara en Tenri
De volgende dag maakte ik een dagtrip naar Nara. Hier vind je niet alleen een park met loslopende herten, maar ook tempels. De eerste helft van de dag bracht ik daar door. Echter, doordat ik de avond ervoor bij een dojo in Kyoto was geweest, wisten ze me te vertellen over de meest prestigieuze universiteit voor judo in het land. Dus besloot ik ook Tenri Universiteit te bezoeken. In eerste instantie was ik op de verkeerde campus, maar daar vond ook judotraining plaats. Uiteindelijk ging ik naar Tenri Dojo op de andere campus bij het station. Dit staat bekend als een eerbiedwaardige plek voor topjudo, met trainingssessies van 2x per dag, 3 uur lang, waarvan 2 uur volledige randori (wedstrijdjudo). Ik was blij dat ik als gast aanwezig mocht zijn.
Tokio
Het laatste stukje van Kyoto naar Tokio, een afstand van bijna 1000 kilometer, duurde slechts 2,5 uur met de trein. Tokio, de hoofdstad, de enorme metropool van Azië, waar 40 miljoen mensen wonen. Overal zie je mensen, ontzettend veel mensen. Mijn eerste bezoek ging naar Kodokan, de bakermat van judo. Het zag er prachtig uit, vol respect voor de sport, maar ik voelde me meer verbonden met Tenri University. Misschien kwam dat doordat ik daar de enige gast was. Tokio heeft zoveel te bieden; zelfs na een paar weken zul je niet alles hebben gezien. De hoogtepunten voor mij waren de Tokio Tower, de Tokio Skytree, de wijken gewijd aan manga en anime, diverse tempels en buurten waar de neon- of ledverlichting nooit lijkt uit te gaan. Natuurlijk genoot ik ook van het heerlijke eten. Maar het is er druk, ontzettend druk. Of het nu toeristen zijn of lokale bewoners, overal is het druk. Desondanks heerst er meteen ook een gevoel van rust. Er is een collectief respect naar elkaar toe. Alles gaat traag, maar als het maar goed gebeurt. Bustochten kunnen een eeuwigheid duren omdat buschauffeurs rustig rijden en de tijd nemen. Tijdens de spits wordt er niet gehaast. Nog een paar dagen in deze stad en dan is het tijd om het rustiger aan te doen. Na mijn reis van China tot nu, verlang ik naar een rustiger tempo, misschien gewoon relaxen op een strand waar niets te doen is, waar de tijd nog langzamer gaat dan hier… de Filipijnen dus.
Als je dit leuk vind check dan ook:
De kop is eraf… de start in China
Religieus Myanmar blog & foto’s
Zhengzhou (郑州) awesome laidbackness
No Comments